Wireless Leiden
Kookboek Nodebouw
© Creative Commons Licentie, zie http://creativecommons.org/licenses/by/4.0/
Naam : Kookboek Nodebouw
Versie : 2.5.9
Datum : 21-10-2015
Eigenaar : Stichting Wireless Leiden
Versiebeheer
V1.0 Auteur: Richard van Mansom
V2.5.9 Auteur: Huub Schuurmans
Inhoudsopgave
Inleiding 5
1. Algemene voorbereidingen 7
1.1 Database en Foto-album 7
1.2 Documentatie 7
1.3 Voorwaarden voor de start: 8
1.4 Gebruikersovereenkomst 8
2. Voorbereiding locatie-verkenning 9
2.1 Huiswerk maken 9
2.2 Benodigd materiaal 9
2.3 Vooroverleg met beheerder 9
3. Uitvoering locatie-verkenning 10
3.1 Veiligheid 10
3.2 Waar kijken we naar 10
3.3 De plaatsing van de nodekast en antenne-opstelling 10
4. Vastleggen locatie-verkenning 12
4.1 Opslag van bestanden en foto's 12
4.2 Configuratie "wleiden.yaml" 12
4.3 Het bouwvoorstel 12
5. Voorbereiding Nodebouw 13
5.1 Bouwplan, Veiligheidsplan 13
5.2 Gedetailleerde node-configuratie (instellingen) 13
5.3 CompactFlash kaartje met software configuratie 13
5.4 Nodekast (Hardware) 14
5.5 Nanostations 14
5.6 Mast-opstelling 15
5.7 Bouworganisatie 15
6. Uitvoering nodebouw 16
6.1 Veiligheid 16
6.2 Werkzaamheden 16
Enkele tips 16
Foto’s 16
Testen op locatie 17
7. Afronding en vastleggen nodedocumentatie 18
8. Woordenboek 19
9. Tips en trucs 20
Ethernet-stekkertjes 20
N connector voor antennekabel 21
Toegang via de seriële poort op het node-moederbordje 21
Windbelasting 21
Installeren python op Mac 22
Bijlage A: Veiligheidsplan 23
Bijlage B: Materiaallijst 27
Bijlage C: Gereedschap 28
Bijlage D: wleiden.yaml (voorbeeld Leeuwenhorst) 29
Bijlage E. Configuratieschermen NanoBeam voorbeeld 32
Bijlage F . Aansluiten op bliksembeveiliging 39
Binnen de Stichting Wireless Leiden worden met regelmaat nieuwe nodes (netwerkknooppunten geplaatst. Dit zijn embedded pc’s met 'independent radio interfaces' voor de interlinks en één of meer 'access points'. Interlinks zijn draadloze verbindingen met andere, nabije netwerkknooppunten. De accesspoints bieden toegang tot het netwerk voor gebruikers in het gebied rondom de node. De nodes vormen een 'multi-radio mesh', dat wil zeggen dat er aparte radiokanalen worden gebruikt voor de gebruikerstoegang en voor de verschillende verbindingen tussen de nodes. Een algemene beschrijving van het netwerk van WirelessLeiden is te vinden op de website: http://www.wirelessleiden.nl/handboek/stad
Dit document beschrijft de stappen die gezet moeten worden om een node succesvol te bouwen en te plaatsen. Versie 1 van dit document was nog gebaseerd op nodes met pc's, wifi-insteekkaarten en antennes verbonden door middel van coax-kabels met de wifi-insteekkaarten. Dit concept is volledig achterhaald door de beschikbaarheid van kant-en-klare 'antennekastjes'. Nodes worden nu modulair opgebouwd en gestreefd wordt naar zoveel mogelijk standaardisering van hardware en software.
Als inleiding wordt aanbevolen enkele youtube video's te bekijken over de bouw van nodes:
NodeRijneke (Zoeterwoude): http://www.youtube.com/watch?v=H107wy2FWq0
NodeJuffermans (Warmond): http://www.youtube.com/watch?v=tM02YdAuaJ4
NodeStJan (Zoeterwoude): http://www.youtube.com/watch?v=wBZRJecTMiI
NodeMeerburgkerk (Zoeterwoude): http://youtu.be/unsGXISBiZQ
Foto's van (onder andere) het bouwen van nodes zijn ook te vinden op internet:
http://www.wirelessleiden.nl/album/
Afbeelding 1. Nodekast: een “embedded” pc in een waterdichte kunststof kast, hierop worden de interlink-kastjes en toegangsantennes aangesloten (uitvoering met switch en dc/dc convertor).
De documentatie van een node wordt vastgelegd in een database. Wireless Leiden gebruikt hiervoor de 'Apache subversion' software, kortweg svn, een open source database-systeem met versiecontrole (zie http://subversion.apache.org/ en http://wiki.wirelessleiden.nl/Subversion).
Installeer svn op de eigen pc en zorg voor een vrijwilligersnaam en toegangscode. Voor Windows-gebruikers is er tortoisesvn: http://tortoisesvn.net/. En crossplatform is er ook rapidsvn: http://www.rapidsvn.org/ als grafische schil om subversion. Command-line werkt overigens handig.
Let op: nooit spaties of komma's in namen van mappen of bestanden gebruiken! Bestanden moeten in platte tekst (Unicode UTF-8) geschreven zijn. UTF-8 is goed uitwisselbaar tussen verschillende besturingssystemen. Gebruik bijvoorbeeld de vi-editor op Linux of Mac, of TextEdit op Mac-OSX (“Save As” met “Plain Text Encoding setting: Unicode (UTF-8)”) . Ook Windows Notepad is bruikbaar. Notepad gebruikt echter standaard ANSI in plaats van UTF-8, het is dus nodig om expliciet te kiezen voor “Save As” met “Plain Text Encoding setting: Unicode (UTF-8)”.
Als je wilt kunnen inloggen op de node moet je je public ssh-key aan het configuratie-bestand
("global-keys" file) toevoegen. Als je toegang hebt tot svn (met vrijwilligersnaam/ password) kun je dat zelf doen: http://svn.wirelessleiden.nl/svn/node-config/genesis/nodes/global_keys.
Gebruik ssh-keygen ( https://en.wikipedia.org/wiki/Ssh-keygen , voor Mac gebruikers https://www.drupal.org/node/1070130 ). Bij Windows gebruik je 'putty' voor ssh, daarmee kun je ook een ssh-key aanmaken (https://my.bluehost.com/cgi/help/putty ).
Maak een lokale svn map aan en check de svn-directory met de node configuratiedatabase uit (http://svn.wirelessleiden.nl/svn/node-config/genesis).
Bedenk een korte naam voor de nieuwe node, bijvoorbeeld gebaseerd op de locatie of de sponsor. Nodes in de gemeente Zoeterwoude krijgen een naam die begint met ZTW, in de gemeente Teylingen met TEY, in Katwijk met KW.
Maak in SVN twee mappen aan voor de documentatie van de nieuwe node (hiervoor hebt u een vrijwilligersnaam en password nodig):
•http://svn.wirelessleiden.nl/svn/node-config/ops/nodes/<Nodenaam>
•http://svn.wirelessleiden.nl/svn/node-config/genesis/nodes/<Nodenaam>
Maak een nieuw foto-album aan op de website:
http://www.wirelessleiden.nl/album/<Nodenaam>
en hier binnen twee 'sub-albums':
•http://www.wirelessleiden.nl/album/<Nodenaam>/Sitesurvey
•http://www.wirelessleiden.nl/album/<Nodenaam>/Panorama
(ook hiervoor hebt u een vrijwilligersnaam en password nodig)
Documenten in platte tekst of open document format, geen Word.
De volgende documenten dienen gemaakt te worden als onderdeel van de algemene voorbereiding.
De configuratie van de node in genesis, bestand wleiden.yaml, opslaan in de svn-map: /node-config/genesis/nodes/<Nodenaam>/ , configuratie-details volgen later (zie 4.2)
Veiligheidsplan, zie bijlage. Leg de veiligheidsrisico’s vast, zoals deze zijn gevraagd aan en opgegeven door de gebouwbeheerder, opslaan in de svn-map: /node-config/ops/nodes/<Nodenaam>/
Locatiegegevens in het bestand contactgegevens.txt, inclusief het telefoonnummer van de beheerder van het pand, opslaan in svn-map: /node-config/ops/nodes/<Nodenaam>/
Gebruiksovereenkomst (indien van toepassing), opslaan in svn-map: /node-config/ops/nodes/<Nodenaam>
De getekende gebruiksovereenkomst wordt gearchiveerd door de secretaris van Wireless Leiden.
Er kan veilig gewerkt worden (check ook het weerbericht).
Er is toestemming van de locatiebeheerder.
Aan de standaard-gebruikersovereenkomst wordt een beschrijving van de specifieke installatie toegevoegd. Hierin staat het volgende
Wat komt er op het dak.
Waar wordt de installatie aangesloten op het 230V net en (indien van toepassing) op het lokale netwerk of de lokale internetverbinding.
Wat voor veranderingen zijn er eventueel nodig aan het gebouw.
Schetsen of foto's van de te plaatsten objecten.
Deze beschrijving kan veelal pas na de locatie-verkenning worden gemaakt.
Het plannen van interlinks en lokale dekkingsgebied kan het beste visueel gebeuren. Daarvoor is het handig vooraf de situatie te bekijken op Google-earth (inclusief Streetview) en de Wireless Leiden Nodeplanner (http://maps.wirelessleiden.nl/nodeplanner/).
Voor het meten van op de locatie al aanwezige WiFi-signalen kan desgewenst een laptop met de volgende software gebruikt worden
Voor Windows gebruikers: InSSIDer (http://inssider.en.softonic.com/) of good old
Netstumbler (Windows) http//www.netstumbler.com
Voor Mac OSX gebruikers: Kismac (http://kismac.en.softonic.com/mac/download) of
Netspot ( http://www.netspotapp.com/ )
LinSSID (Ubuntu) http://sourceforge.net/projects/linssid/
Kismet (Linux, FreeBSD) http//www.kismetwireless.net/
Test (thuis) de werking van de software alvorens de locatie-verkenning te starten. Mede omdat kismet meer informatie geeft en netstumbler niet langer wordt onderhouden heeft kismet de voorkeur. Gebruik niet het Ubuntu kismet package, maar download het tar-bestand. Er zijn voor kismet handige scripts beschikbaar in svn/code/AutoStumbler en svn/code/AutoStumblerUbuntu.
Het is ook mogelijk om vooraf metingen te doen met de 'site survey' tool die ingebouwd is in een nanostation. De nanostation wordt dan verbonden met een laptop; er moet dan elektriciteit (230V met voedingsadapter of een 12V-accu) aanwezig zijn. Hiermee kan ook een lokaal radiospectrum worden opgenomen (AirView) als veel storing van andere bronnen verwacht wordt.
Het volgende materiaal is nodig voor de locatie-verkenning:
Fototoestel (essentieel)
Verrekijker
Rolmaat en eventueel schuifmaat
Pen en papier
Zaklantaarn
Kompas (optioneel, niet altijd bruikbaar door verstoring magnetisch veld)
Kaart van de locatie en nodekaart, print-out van Google-Earth en/of de Wireless Leiden nodeplanner (http://maps.wirelessleiden.nl/nodeplanner/)
Een laptop, met volle accu en voedingsadapter (optioneel)
Een nanostation (2.4 en/of 5 Ghz) voor -desgewenst- meten van lokale signaalniveaus.
De beheerder van het pand of een ander persoon die bekend is met de locatie (en het dak), dient ingestemd te hebben om de locatie-verkenning te begeleiden.
Bespreek de veiligheidsaspecten zowel van de locatie-verkenning als de voorgenomen bouw.
Bespreek eventuele speciale wensen en vereisten, zoals esthetische aspecten (zoals camouflage van nanostations bijv. door mat-zwart spuiten).
In verband met veiligheid dient aan de volgende punten aandacht besteed te worden.
Overleg vooraf over veiligheidsaspecten met de locatiebeheerder
Te allen tijde moet de veiligheid van de vrijwilligers op locatie in het oog worden gehouden.
Maak foto’s van locaties die mogelijk gevaar op kunnen leveren bij het plaatsen van de apparatuur, zorg er voor dat de vrijwilliger hierbij niet zelf in gevaar komt.
In verband met de apparatuur en vrijwilligers dient de locatie-verkenning niet uitgevoerd te worden indien de weersomstandigheden dit niet toelaten. Hier valt onder andere maar niet uitsluitend het volgende onder:
oRegen
o(Dreigend) onweer
oMist
oTemperaturen onder 1 oC, of na lange perioden van vorst
oHarde wind
oAlle weersomstandigheden waar niet te allen tijden het gehele dak is te overzien.
De volgende waarnemingen worden gedaan als onderdeel van de locatie-verkenning. Maak foto's van alle relevante onderdelen.
Overzicht van het dak en de toegang (foto); ladder aanwezig?
Welke verbindingen (interlinks) kunnen hier waarschijnlijk gemaakt worden (visueel waarnemen van andere nodes)
Gewenste dekkingsgebied voor de gebruikers
Metingen van signalen en ruis (kismet/Netstumbler, optioneel)
Foto's 360-graden-panorama, inzoomen op de horizon, foto's onderling laten aansluiten/overlappen, horizon op 2/3.
Foto's van details i.v.m. bouw en veiligheid.
Waar en hoe kunnen de antennes en nanostations geplaatst worden.
Waar komt de nodekast; plaatsing zo dicht mogelijk bij de nanostations / antennes (korte kabels = minder werk).
Hoe worden de kabels bevestigd.
Waar is de tijdelijke 230 V-aansluiting voor tijdens de bouw (indien nodig).
Waar is de permanente 230V-aansluiting voor de node-voeding, blijft hier spanning op staan ook als het licht uit is (potentieel probleem bijv. bij kerktorens)?
De locatie waar de kabel(s) het pand in gaan (stroom en ethernet kabels). Het pad van alle door Wireless Leiden aan te brengen kabels. Korte kabels betekent: minder werk.
Kan hier veilig gewerkt worden, wat zijn de bijzondere risico's, welke maatregelen moeten genomen worden?
Hoe vandalisme gevoelig is deze opstelling?
De nodekast kan buiten of binnen worden geplaatst. Buiten plaatsen is vaak simpeler, maar bijvoorbeeld vanwege de toegankelijkheid van het dak kan toch gekozen worden voor een binnen-opstelling.
De nodekast buiten: tegen een muur of antennemast, let op windrichting, windbelasting (rukwinden?), bereikbaarheid, vandalisme-gevoeligheid en veilige toegang; afstand tot de 230V-aansluiting; doorvoer door het dak.
De nodekast binnen: in de buurt van de doorvoer naar buiten en een plaatselijke 230V aansluiting. Ook rekening houden met de ventilatie zodat de kast niet al te warm wordt.
Bij de antenne-opstelling bepalen we de plaats van
Antenne(s) en interlinkkastjes (nanostations)
Antenne-opstelling (o.a. richtingen van nanostations, antennes, masten en mastvoeten)
Kabeldoorvoeren en geleiding
Hou hierbij ook rekening met andere aanwezige masten en bliksemafleiders.
Gebruik wordt gemaakt van antennemasten die tegen een wand of schoorsteen bevestigd worden met antennebeugels of (bij voorkeur) op een tegelvoet worden gemonteerd.
Voorbeeld van een opstelling met 4x30x30 cm tegelvoet
Alle bestanden dienen opgeslagen te worden in de voor deze node in svn aangemaakte mappen. De foto's komen in het eerder aangemaakte foto-album op de website:
•http://www.wirelessleiden.nl/album/<Nodenaam>/Sitesurvey
•http://www.wirelessleiden.nl/album/<Nodenaam>/Panorama
Controleer dat foto's rechtop staan (staand of liggend formaat) en of de volgorde logisch is.
De volgende gegevens dienen in de configuratiedatase “Genesis” ingevoerd te worden in een node-specifiek wleiden.yaml configuratiebestand.
Let op het gebruik van spaties in dit bestand! Géén tabs gebruiken en denk ook aan spaties aan het begin van de regel.
Maak het volgende bestand aan (handig is om het bestand van een bestaande node te gebruiken als voorbeeld):
/node-config/genesis/nodes/<Node-naam>/wleiden.yaml
Vul het wleiden.yaml bestand in op basis van de template in bijlage D (nog niet alle gegevens hoeven al in dit stadium ingevuld te worden):
Nodenaam
Locatiegegevens (adres)
GPS Coördinaten volgens WGS en RD stelsel. Locatiegegevens kunnen met behulp van de WirelessLeiden Nodeplanner (http://maps.wirelessleiden.nl/nodeplanner/ ) of GoogleEarth (WGS-coordinaten) bepaald worden. Omrekenen naar RijksDriehoekstelstel (RD: x, y) coordinaten kan bijv. met of http://www.javawa.nl/coords.html
Configuratie publieke toegang (omni of nanostation-2, mogelijk nanostation-5)
Lokale ethernetverbinding
Welke interlinks, verbindingen met andere nodes, worden voorgesteld (maak gebruik van de nodeplanner http://maps.wirelessleiden.nl/nodeplanner/ en/of Google-Earth). Kijk hierbij naar afstand, vrije zichtlijn en beschikbaarheid van 'antenne' bij de potentiële buurnode. Voor het beoordelen van zichtlijnen zijn de panorama-foto's van de buurnodes heel handig. Noteer de lengte en kompasrichting van de interlinks i.v.m. de configuratie van de nanostations.
De gedetailleerde configuratie van de interlinks, ssid's, ip-adressen en kanalen en het nodetype komt later aan de orde (zie paragraaf 5.2).
Het voorstel omvat het volgende
Type en richting van de antennes en nanostations
Plaats en bevestigingen van antenne, nanostations en nodekast
Leidingwerk, antennekabels, ethernetkabels, voeding (230V, 18V, 30W opgenomen vermogen)
Maak een plan met de activiteiten die uitgevoerd dienen te worden om de node te assembleren.
Dit plan dient het volgende te bevatten
Wie wordt de nodebouw-projectleider
De periode van de aanloop: vooraf zoveel mogelijk configureren en assembleren
De dag van de opbouw op locatie
De periode volgend op de nodebouw
Hardware keuze
Software instellingen
De te nemen veiligheidsmaatregelen (Veiligheidsplan)
Deel alle onderdelen op in losse activiteiten en plan deze op een efficiënte wijze.
Vul het wleiden.yaml bestand /node-config/genesis/nodes/<Node-naam>/wleiden.yaml aan op basis van de template in bijlage D.
N.B. Voor de python-scripts heb je een pc met python en de python-yaml en python-jinja2 modules nodig. Mac-gebruikers zie hoofdstuk 9.
N.N.B. Voor het yaml-bestand moet ASCII-UTF-8 code gebruikt worden ('plain text'). Gebruik daarom een plain text editor zoals vi of vim of kies bij 'save as' voor utf-8.
Maak een ip plan, gebruik hierbij het getrange.py programma'tje (beschikbaar in de genesis/tools map). Interlinks krijgen een /29 subnet, een node (accesspoint) een /24 subnet – dit is het masterip.
Tip: wil je meer weten over subnetten, kijk bijv. op http://www.subnet-calculator.com/cidr.php
Syntax voor bepaling van subnet configuraties:
cd node-config/genesis/nodes
../tools/getrange.py subnet 24 1
(output: een beschikbaar /24 subnet, gebruik dit voor het masterip en het accesspoint ath0)
../tools/getrange.py interlink 29 3
(output: drie vrije /29 subnetten, gebruik deze voor interlinks)
Bepaal voor elke interlink welke kant 'AP' of 'Station' wordt.
De standaard /29 subnetconfiguratie voor interlinks is:
◦1e ip-adres in subnet : de node-interface aan de ap-kant van de interlink
◦2e ip-adres in het subnet: de nanostation in ap modus
◦3e ip-adres in het subnet: de nanostation in station modus
◦4e ip-adres in het subnet: de node-interface aan de station-kant van de interlink
De accesspoints (minipci-kaartje met omni of sectorantenne; of Nanostation2) De minipci-kaartjes en Nanostation2 hebben een /24-subnet gebaseerd op het master-ip adres van de node. De IP configuratie van het subnet:
◦Host 0: Het subnetadres
◦Host 1: De node-interface, of 'master ip'
◦Host 2 – 9: de Nanostation2, Bullet2 en eventuele lokale repeaters
◦Host 10 t/m Host 250: De gebruikers (deze ip-adressen worden toegekend door de node via dhcp)
◦Host 255: Het broadcast-adres
Het maken van een compactflash-kaartje met de nodesoftware en -configuratie valt buiten het bestek van dit kookboek. De bouw van een nodefabriek en het maken van een cf-kaartje wordt beschreven op http://www.wirelessleiden.nl/projects/nodefactory. Het is niet nodig om een 'nodefabriek' te bouwen. Je kunt ook (sneller, simpeler) uitgaan van een cf-kaartje met standaard-image en die voor de specifieke locatie configureren met behulp van het /tools/wl-config script dat in de softwareconfiguratie van de node aanwezig is. De procedure is dan als volgt:
–schrijf de standaard-image naar een cf-kaartje, zie paragraaf C.2 van de nodefactory beschrijving
( http://www.wirelessleiden.nl/projects/nodefactory/wiki/FreeBSD10_Guide )
–installeer het kaartje in een alix-bordje c.q. nodekast
–zorg voor verbinding van alix-bordje met internet, bijv. via utp-kabel in vr0 (eerste poort vanaf voedingsaansluiting)
–pc met seriële poort verbinden met het alix-bordje
–start terminalprogramma (bijv. minicom) op pc, start het alix-bordje op en login
–zorg dat er internetverbinding is, bijv. “dhclient vr0”
–draai het /tools/wl-config script op de node en kies de juiste nodenaam
–reboot ter controle.
Een standaard nodekast is opgebouwd uit de volgende onderdelen
ABS nodekast, Schneider Thalassa NSYTBS342912, 34x29x13cm
Alix 2D13 of APU moederbordje
CM9 minipci wireless kaartje voor 802.11bg met pigtail
CompactFlash kaartje van minimaal 1 GB
Power over Ethernet (PoE) paneeltje met 8 aansluitingen
Kroonsteentjesstrip voor diverse 18V aansluitingen
Optioneel: een of twee usb-lan adapters, eventueel met usb-hub
Optioneel: een 100Mbp switch met dc/dc converter
Doorvoeren voor netwerkkabels en voedingskabel
Fig. Let op aansluiting pigtail op de juiste connector
De 18V/90W-voeding wordt buiten de nodekast geplaatst in de buurt van de 230V contactdoos. De optionele switch in de nodekast heeft een DC/DC-converter die op de voedingsspanning van de switch is ingesteld. Let op: ook een APU-bordje moet aangesloten worden via een DC/DC-converter (12V uitgangsspanning)!
De nodekast heeft ophang-ogen voor bevestiging tegen een muur of voor montagebeugels indien de kast tegen een pijp (mast) bevestigd gaat worden.
–Bevestig de oren thuis aan de kast;
–Installeer een geconfigureerd CF-kaartje;
–Afhankelijk van de locatie: sluit de voedingsadapter aan.
Verzamel de benodigde nanostations (M5 en eventueel M2 of M2-loco) en configureer deze op basis van het wleiden.yaml bestand.
(N.B. Er is een beta-versie script beschikbaar waarmee een M5-configuratiebestand gemaakt kan worden op basis van de wleiden.yaml file. Gebruik door in de genesis/nodes directory typen:
../tools/gformat.py test <nodenaam> <interface>-ns5m > <configuratiebestandsnaam> ,
dus bijvoorbeeld:
../tools/gformat.py test Vosko1 vr1-ns5m >~/configuratiebestand.txt)
Testen van de configuratie
Sluit de nanostations tijdelijk aan op de nodekast en test de kabeltjes en configuratie van de ethernet-poorten (pingtest). Hiervoor is het handig om een pc of notebook met behulp van een seriële kabel op het bordje aan te sluiten (zie 5.3) en in te loggen op de node. Test ook of je contact kunt maken met het accesspoint.
Voor muurbevestiging van een nodekast en/of antennemast:
Pluggen, geen keilbouten gebruiken. Eventueel chemische ankers
Schroeven en ringetjes
'Oortjes' voor de kast en beugels (aluminium strips)
Beugels voor de mast
Voor opstelling van een mastvoet op een plat dak:
gebruik een gegalvaniseerde mastvoet met vier 5x40x60cm betontegels, bij zeer hoge windbelasting acht tegels gebruiken. Soms kan met een kleine mastvoet (minimaal acht 5x30x30cm tegels) volstaan worden.
4 cm diameter mast, lengte 2 meter (afhankelijk van locatie)
rubber tegels onder de mastvoet ter bescherming van het dak
Voor de nodebouw dient het volgende georganiseerd te worden door de nodebouw-projectleider.
Een bouwploeg vormen
Beheerder van de locatie informeren
Aanwezigheid van het benodigde materiaal, inclusief veiligheidsmaterialen (zoals afzettingsmateriaal) controleren (Bijlage B). Maak bij het installeren indien nodig gebruik van een beschermende bril, gehoorbeschermers, werkhandschoenen, een snoetje (stofmasker) en een klimtuigje (veiligheidsharnas). Zorg voor goede werkkleding (winddicht).
Het benodigde gereedschap is aanwezig (Bijlage C)
Alle vrijwilligers die participeren in een nodebouw dienen het veiligheidsplan zoals opgesteld onder “1.2 Documentatie” gelezen en ondertekend te hebben. Bespreek bijzondere situaties voor het begin van de werkzaamheden (taak projectleider). Hou elkaar tijdens de bouw in de gaten en attendeer elkaar op eventueel onveilig gedrag of onveilige situaties.
Vooraf aanmelden en bij vertrek weer afmelden bij de gebouwbeheerder of receptie. Vertel wat je gaat doen en hoe lang het waarschijnlijk gaat duren. Laat een 06-nummer achter.
In verband met de apparatuur, conditie van het dak en de vrijwilligers, dient de nodebouw niet uitgevoerd te worden indien de weersomstandigheden dit niet toelaten. Hier valt onder andere maar niet uitsluitend het volgende onder:
oRegen
o(Dreigend) onweer
oMist
oTemperaturen onder 1 oC, of na perioden van vorst
oHarde wind
oAlle weersomstandigheden waarbij niet te allen tijden het gehele dak is te overzien.
–Minimaliseer zoveel mogelijk de werkzaamheden op locatie: wat je thuis kunt doen doe dat daar. Dus indien mogelijk vooraf antennekabel (van de juiste lengte) van N-connectoren voorzien; utp-kabels op lengte maken, van stekkertjes voorzien, aansluiten op de nodekast en testen.
–Zorg voor een printout van het genesis-wleiden.yaml bestand en eventueel van Google-earth en/of Nodeplanner voor de richtingen van de interlinks.
–verdeel in overleg de taken bij het begin van de werkzaamheden.
–het is altijd mogelijk dat van het oorspronkelijke plan moet worden afgeweken, zorg dat dit goed gedocumenteerd wordt.
–werk netjes, ook op locaties 'waar toch nooit iemand komt', tiewrap-uiteinden afknippen, kabels netjes naast elkaar leggen en bundelen.
–zorg ervoor dat het mastje netjes vertikaal staat.
–de utp-kabels meteen testen, aan beide uiteinden labelen en opschrijven welke kabel voor welke interface/nanostation gebruikt wordt.
–kabel door de wartel halen voordat er een stekkertje wordt gemonteerd (!)
–vaseline gebruiken bij bouten/moeren en (een beetje) bij rj45 stekkertjes.
–N-connectoren aandraaien: handvast zonder kracht! De connectoren tapen met zelfvulcaniserende tape, deze tape goed uittrekken voor het aanbrengen. Tape na aanbrengen omwikkelen met aluminium tape (tegen de meeuwen).
–voorkom dat spullen wegwaaien.
–labels met 'niet uit' en 'apparatuur beheerd door WirelessLeiden' aanbrengen.
–controleer of het deurtje of deksel van de nodekast goed afsluit (waterdicht).
–netjes opruimen na afloop.
–opleveren bij de gebouwbeheerder: expliciet vragen of alles naar wens is.
De complete installatie en onderdelen fotograferen, ook het 'inwendige' van een nodekast, zodat bijvoorbeeld later te zien is hoe kaartje en kabels zijn aangesloten en wat de richtingen van de interlinks zijn.
Maak ook foto's van vrijwilligers aan het werk.
–Controleer of de voedingsadapter ingesteld staat op 18V en sluit daarna de (230V) spanning aan. Gaan alle ledjes branden (ook op de nanostations)? Als beide ledjes branden op de ethernetpoorten is er een werkende ethernetverbinding. Let op: bij gebruik van een usb-lan adapter wil dat nog niet zeggen dat er ook een verbinding is met de nanostation (ping-test nodig).
–Zijn er werkende interlinks? De ledjes op de nanostations in 'station' modus geven de signaalsterkte aan.
–Inloggen met laptop via seriële aansluiting of wifi-verbinding. Controleren of de nanostations te pingen zijn en of verbinding met één of meer naast-gelegen nodes mogelijk is. (Tip: het kan handig zijn om de ping-test al te doen voor het ophangen van de nanostation als die op een lastig toegankelijke plek hangt).
–Corrigeren default password: inloggen op node en vervolgens het /tools/change_password script gebruiken.
Het volgende dient gedocumenteerd te worden betreffende de nodebouw:
Foto's in een apart sub-album 'bouw' in het album op de website plaatsen
In het configuratie-bestand (wleiden.yaml) de status 'up' vermelden, zodat de node wordt opgenomen in het netwerkmonitoringsysteem
In het configuratie-bestand (wleiden.yaml) bij elke interface het kabelnummer vermelden bij 'comment'.
Eventuele afwijkingen in de configuratie verwerken in het configuratiebestand (wleiden.yaml) en de documentatie van de node.
N.B. Bij veranderingen in het wleiden.yaml bestand deze veranderingen doorvoeren op de node door in te loggen op de node en het script /tools/wl-config te draaien.
Het melden van de resultaten (en eventuele leerpunten) op de vrijwilligers-mailinglijst en de website.
Het melden van eventuele veiligheidsincidenten op de vrijwilligers-mailinglijst.
Aanpassingen software en configuratie:
controleer de configuratie van crontab; pas aan of kopieer eventueel dit bestand van een naburige node (scp <nodebuur>:/etc/crontab /etc/ ; mount -uwo noatime / ; cp /etc/crontab /conf/base/etc/; mount -r /)
configureer desgewenst het captive portal en de 'sponsor-url' door de bestanden config.yaml en login.tmpl aan te passen en in /cfg/local/wlportal te zetten. Voorbeeldbestanden staan in /conf/base/etc/local/wlportal .
Accesspoint
Toegangspunt voor gebruikers, dit kan een (omni-) antenne zijn die met een antennekabel en pigtail wordt aangesloten op het mini-pci kaartje van het alixbordje of een nanostation. Een standaard-accesspoint draait op 2,4 Ghz 802.11g, kanaal 1, 6 of 11.
PoE
Power Over Ethernet. In een Cat5, Cat5e of Cat6 (100Mbps) ethernet kabel bevinden zich 4 paren (=8) draden. Waarvan 2 paren (=4) draden gebruikt worden. De Power-over-Ethernet techniek gebruikt de overige 2 paren om elektriciteit (laagspanning) over te transporteren, blauw/blauw-wit is + en bruin/bruin-wit is -. De “nanostations” kunnen veilig van deze techniek gebruik maken.
Omni
Dit is de antenne in een standaard node-configuratie die als toegangspunt functioneert om de gebruikers in het gebied om de node van netwerkfunctionaliteit te voorzien.
Interlink
Verbinding tussen nodes, dit zijn de antennekastjes (“nanostations”, standaard is: minimaal drie) die de node opnemen in het Wireless Leiden netwerk. De Interlinks zorgen voor de communicatie met de andere nodes in het netwerk en maken beheer en monitoring mogelijk.
Bouwplan
Het plan dat omschrijft hoe de node gebouwd dient te worden.
Gebruiksovereenkomst
Het contract dat -indien gewenst- opgesteld wordt met de eigenaar of beheerder van het pand waar de node komt te staan.
Pigtail
Een pigtail is een kort, dun verloopkabeltje van de connector van de miniPCI-kaart naar een N-connector.
Veiligheidsplan
Het plan waarin de risico's en veiligheidsmaatregelingen omschreven worden.
Locatie-verkenning
Het verkennend onderzoek op de locatie waar de node komt te staan.
Genesis
De database met o.a. de gegevens van de nodes (“wleiden.yaml” bestanden) in svn-map
.../node-config/genesis/nodes/ . De database is ook beschikbaar op internet:
http://svn.wirelessleiden.nl/svn/node-config/genesis/
Kleuren UTP ethernet volgorde (TIA/EIA–568-A standaard)
Houd het RJ45 stekkertje zo voor je:
•clipje naar beneden
•koperen pinnetjes van je af en kabelingang naar je toe wijzen
•pen 1 is links; pen 8 is rechts:
1 wit-oranje
2 oranje
3 wit-groen
4 blauw
5 wit-blauw
6 groen
7 wit-bruin
8 bruin
Deze stekker heeft de TIA/EIA-568-A aansluiting. Dit is gemakkelijke te zien aan de tweede pin (= oranje), of de zesde pin (= groen).
Het krimpen:
•Verwijder (grijze of zwarte) buitenmantel met krimp- of striptang, bij een 'shielded' kabel ook de metalen beschermmantel, vouw het aardedraadje om langs de kabel.
•Splits de gekleurde draden (minimaal 3 cm) en maak ze recht.
•Leg de draadjes in de goede volgorde naast elkaar en maak de draadjes goed recht en plat (buig van voor naar achter en van links naar rechts, flink aan trekken)
•Knip de draadjes te lang af met een scherp tangetje, netjes haaks
•Steek de draadjes in de RJ45-stekker, de isolatie blijft om het koper zitten.
•Knijp de stugge buitenmantel plat met een combinatietang zodat hij straks in de trekontlasting kan.
•Haal de kabel uit het stekkertje, controleer nogmaals de volgorde van de draadjes en knip ze op de juiste lengte af.
•Steek de kabel in de stekker en zorg dat de buitenmantel in het trekontlastingsdeel van het stekkertje komt. Stevig inschuiven.
•Controleer nogmaals of de volgorde van de draden goed is en of alle draden diep genoeg in de stekker zitten (tip: lampje achter de connector houden). Bij twijfel opnieuw beginnen!
•Krimp de stekker met de krimptang.
•Trek het aardedraadje onder de metalen mantel van het stekkertje.
•Trek nog eens flink aan de kabel en beweeg de kabel heen en weer.
Het testen
* Test de kabel met een kabeltester.
NB. de PoE draden:
+ pen 4 en 5 (blauw en witblauw) ; - pen 7 en 8 (wit-bruin en bruin)
Er worden dus twee x twee draden gebruikt om spanningsverlies te minimaliseren.
Zie voor het solderen van N-connectoren het youtube instructiefilmpje:
http://www.youtube.com/watch?v=LMlG3PJFelM
Niet solderen op een dak of buiten (te koud)
Sluit een laptop aan met een seriële kabel (null-modem); indien nodig een usb-serieel adapter gebruiken.
Software: terminal emulatie programma, zoals minicom of cu met de volgende seriële poort settings:
* 9600 Baud
* 8 Bits
* 1 Stopbit
* Parity None (N)
De ontwerp-windbelasting van een installatie is afhankelijk van de hoogte en de omgeving. Raadpleeg Tabel 1.A uit NEN 6702 – “Door wind veroorzaakte extreme waarde van de stuwdruk” , beschikbaar in svn: http://svn.wirelessleiden.nl/svn/projects/nodebouwdocumentatie/tabel_windbelasting-nen6702.pdf
Voorbeeldberekening (node StationSassenheim):
In gebied II en een hoogte van 6 meter geldt volgens de tabel een waarde van 0,73 kN/m2 in onbebouwd gebied. We hebben een mast van 0,042 m diameter, 4 meter hoog, dus 0,168 m2 plus een stel nanostations, zeg 0,03 m2. Totaal dwarsoppervlak 0,2 m2.
De extreme stuwdruk is dus 146 N (voor wie in kilo's denkt: 15 kgf). Moment (gemiddeld 2 meter hoog) is 292 Nm.
De 4x30x30 tegelvoet heeft een afmeting van 0,30 meter (dwars) tot 0,42 m
(diagonaal). Gewicht van de mast plus tegels moet in het meest ongunstige geval 292/(9.8*0.3)= 99 kg zijn. Uitgaande van de 0.42 m dwarsafmeting zou dat 70 kg zijn.
De voet-plus-mast weegt ongeveer 10 kg. Vier tegels 30x30x5cm wegen 40 kg. Acht tegels is misschien wat krap, maar met 12 tegels (120 kg, drie boven elkaar) zit je aan de veilige kant. Je kunt ook 4 tegels 30x30cm nemen en daarop 4 tegels 50x50cm.
Alles achter het $ is een opdracht welke op de command line moet worden uitgevoerd.
## Gebruik van de wirelessleiden tool ./tools/getrange.py subnet 24 1
## OS X 10.9 Mavericks
## Voorwaarde is dat Xcode is geïnstalleerd. Deze kan gesintalleerd worden via de App Store.
## https://itunes.apple.com/us/app/xcode/id497799835
## Installeer ook MacPorts via de website : http://www.macports.org/install.php
## Voer vervolgens onderstaande commando's uit op de commandline.
$ sudo port -v selfupdate
# Controleren of Python misschien al is geinstalleerd
$ python -V
Python 2.7.6
# Als Python nog niet is geinstalleerd dan zal dat eerst moeten gebeuren.
$ sudo port install python27
# Uitvoeren van het Python programma om de eerst vrije subnet te zoeken.
$:~/Subversion/wleiden/node-config/genesis>./tools/getrange.py subnet 24 1
# Bij de Foutmelding : ImportError: No module named yaml
$ sudo pip install pyyaml
# Bij de Foutmelding : ImportError: No module named pyproj
$ sudo port -v selfupdate
$ sudo port install py-pyproj
$ sudo port select --set python python27
# Bij de Foutmelding : ImportError: No module named jinja2
$ sudo port install py-jinja2
# Hierna werkte bij mij de wirelessleiden tool getrange.py
$:~/Subversion/wleiden/node-config/genesis>./tools/getrange.py subnet 24 1
172.17.138.0/24: 172.17.138.1 en 172.17.138.2 en 172.17.138.3 ... 172.17.138.252 en 172.17.138.253 en 172.17.138.254
Stichting Wireless Leiden
Veiligheids- en Gezondheidsplan (V&G-plan)
[_] Voor de sitesurvey van een node.
[_] Voor de bouw van een node in een draadloos netwerk.
Dit V&G-plan vormt de eerste versie van het (conform
artikel 5 van het Bouwprocesbesluit
Arbeidsomstandighedenwet vereiste) Veiligheids- en
Gezondheidsplan (V&G-plan).
Een afdruk van dit plan moet bij de bouw aanwezig zijn,
geparafeerd door alle vrijwilligers die meebouwen.
1 - OMSCHRIJVING VAN HET WERK
-----------------------------------------------------------
Behorende bij Node: ................................
Adres bouwlocatie : ................................
Datum survey : ................................
Datum bouw : ................................
Geschatte hoogte waarop gewerkt gaat worden: ....... m
Uit te voeren werkzaamheden tijdens de survey:
- Het visiueel beoordelen van de mogelijkheden voor verbindingen met andere nodes en het verzorgen van de gewenste dekking in de omgeving van de node.
- Evenuteel: het meten van signalen van aanwezige node's in de omgeving met behulp van een laptop en een antennekastje (nanostation).
- Een voorlopig plan maken voor de te bouwen installatie, rekening
houdend met de eventuele risico's die het later installeren
van apparatuur op bepaalde plaatsen met zich meebrengt.
Uit te voeren werkzaamheden tijdens de bouw:
- Plaatsen van de antenne's, antennekastjes (nanostations) en de antennemast met mastvoet en betontegels op daken.
- Installeren van een embedded-pc met power-over-ethernet injector,
de nodemachine.
- Aanbrengen van de antenne- en netwerkkabels over het dak en langs muren.
- Aansluiten van de laagspanningsvoeding.
2 - OVERZICHT BETROKKEN PARTIJEN
-----------------------------------------------------------
Bij (de bouw van -) een nodeinstallatie zijn er de volgende
partijen betrokken:
- De sponsor van de node.
- De gebouweigenaar, veelal vertegenwoordigd door de gebouwbeheerder.
- De projectleider. Dit kunnen er eventueel twee zijn: een voor de
ontwerpfase en een voor de uitvoering.
- De bouwers van de installatie. Dit dienen vrijwilligers te zijn,
die ook daadwerkelijk een vrijwilligersverklaring hebben ondertekend
Gegevens van deze node:
- Sponsor: .........................................
- Beheerder, naam: ............................
Tel : ............................
- Projectleider(s): Zie punten 3 en 4.
- Medebouwers
Naam Paraaf
.................................. ........
.................................. ........
.................................. ........
.................................. ........
.................................. ........
.................................. ........
3 - COÖRDINATIE VOOR DE ONTWERPFASE
-----------------------------------------------------------
Verantwoordelijk voor de coördinatie op gebied van
veiligheid en gezondheid (V&G-coördinatie), zoals bedoeld
in artikel 6 van het Bouwprocesbesluit Arbeidsomstandig-
hedenwet (projectleider ontwerpfase):
Naam : ..................
Adres : ..................
Postcode: ..................
Plaats : ..................
Telefoon: ..................
4 - COÖRDINATIE VOOR DE UITVOERING
-----------------------------------------------------------
Verantwoordelijk voor de coördinatie op gebied van
veiligheid en gezondheid (V&G-coördinatie), zoals bedoeld
in artikel 12 van het Bouwprocesbesluit Arbeidsomstandig-
hedenwet (projectleider uitvoeringfase):
Naam : ..................
Adres : ..................
Postcode: ..................
Plaats : ..................
Telefoon: ..................
5 - ALGEMENE VEILIGHEIDSMAATREGELEN
-----------------------------------------------------------
De aard van het werk (op daken, dus op hoogte) brengt een aantal
algemene veiligheidsmaatregelen met zich mee.
- Let vooral bij de sitesurvey op veiligheidsrisico's,
te nemen maatregelen en mee te nemen veiligheidshulpmiddelen. Begin niet
aan een klus als het niet veilig kan. Geef deze risico's aan op dit
plan ten behoeve van de bouw.
- Bespreek dit plan en de mogelijke veiligheidsrisico's voorafgaand
aan de bouw van de node met de bouwploeg.
De bouwploeg parafeert het veiligheidsplan voor gezien.
- Niet installeren bij regen, (vries-)kou of sterke wind.
- Alleen bij daglicht werken, rekening houden met uitloop
van de werkzaamheden.
- Wees bedacht op een mogelijke weersomslag.
- Draag geschikte kleding en schoenen. Houd er ook rekening
mee dat het op grotere hoogte veel kouder/winderiger is.
Neem voldoende warme kleding mee. Wijs elkaar hierop.
- Deugdelijk gereedschap, verlengsnoeren e.d. gebruiken.
Geschikte kleding / schoenen / veiligheidsbril
- Als iemand een bepaald soort gereedschap voor de eerste keer
gebruikt, en dus onvoldoende van de specifieke risico's
op de hoogte is, dan moet hij of zij daar eerst uitleg over krijgen.
- Zorg dat er een andere vrijwilliger in de buurt is, als iemand met
gevaarlijk gereedschap moet werken, zodat hulp snel ter plaatse is.
- Controleer gereedschap vooraf of het nog in orde is. Zorg dat het
gerepareerd is voordat het opnieuw ingezet wordt.
- Zorg dat er een ehbo-doos met minimaal pleisters, jodium
en verband aanwezig is. Laat iedereen zien waar deze staat.
- Inventariseer de eventuele gezondheidsklachten of andere
lichamelijkebeperkingen van vrijwilligers. Kijk ook naar ervaring en
leeftijd. Houd hier rekening mee bij het verdelen van de werkzaamheden.
- Vermoeidheid betekent meer kans op ongelukken. Neem dus voldoende
pauzes. Zorg voor eten en drinken bij een bouwdag.
- Buiten verven.
- Gebruik goedgekeurde ladders. Enkele vrijwilligers hebben een
goedgekeurde ladder, die door vrijwilligers voor de nodebouw
gebruikt mogen worden. Dit zijn:
- Peter Poeliejoe, Atjehstraat 2 Leiden
- Huub Schuurmans, Rapenburg 62 Leiden
Controleer de ladder voor ieder gebruik.
- Calamiteiten melden op de nodebouwlijst.
6 - INVENTARISATIE VAN (BIJZONDERE) RISICOS
-----------------------------------------------------------
Hieronder staan de mogelijke risico's vermeld. Niet elk risico
is voor elk nodebouwproject van toepassing. De in dit project van
toepassing zijnde risico's kunnen hieronder aangevinkt worden.
[_] Activiteit : voedingsadapter aansluiten
ARBO-risico: Electrocutie
Suggesties :
- Alleen met laagspanningsleidingen naar het dak/de buitenruimte.
- Alleen bestaande contactdozen gebruiken, indien nodig contactdozen
met aansluitsnoer gebruiken.
- Geisoleerd gereedschap gebruiken.
[_] Activiteit: Werken in schakelruimtes
ARBO-risico: Electrocutie
Suggesties:
- Zo weinig mogelijk in deze ruimten komen.
- Aanwijzingen beheerder opvolgen.
- Geisoleerd gereedschap gebruiken.
[_] Activiteit: Gaten boren
ARBO-risico: Stof in ogen, inademen, beknelling door vastlopen
boormachine, gehoorbeschadiging.
Suggesties:
- Veiligheidsbril gebruiken.
- Stofkapje gebruiken.
- Handschoenen gebruiken.
- Gehoorbescherming dragen.
[_] Activiteit: Werken op hoogte
ARBO-risico: Vallen, uitglijden, houvast verliezen
Suggesties:
- Mensen minstens 2 meter van de rand weg houden.
- Geen materiaal binnen deze afstand opslaan.
- Werkplek afzetten.
- Klimmaterieel gebruiken( 'harnasgordel'), borglijnen.
- Stevige schoenen met profiel dragen, "anti-slip" zool.
- Kabels opruimen, die niet direct nodig zijn.
- Antennekabels vastmaken.
- Materiaal/materieel na gebruik opruimen.
[_] Activiteit: Werken met ladders
ARBO-risico: Van ladder vallen, ladder wegglijden, ladder bezwijken
Suggesties:
- Gebruik alleen ladders van aluminium of ongeverfd hout.
- Plaats ladder op vlakke ondergrond of gebruik een onderplaat.
- Controleer of object waar ladder tegen geplaatst gewordt de last kan
dragen. Bij houten constructies let op houtrot.
- Plaats ladder onder hellingshoek van ongeveer 75 graden, dat komt
erop neer dat je een sport op schouderhoogte vast kunt pakken met
gestrekte armen.
- Pak de sporten vast, niet de bomen, bij het klimmen.
- Ladder moet ongeveer 1 meter boven de dakrand uitsteken.
- Hou altijd een hand vrij om jezelf vast te houden.
- Materiaal bij voorkeur naar boven hijsen ipv dragen op de ladder.
[ ] Activiteit: Telescoopladder inklappen
ARBO-risico: Beknelling, ladder wegglijden
Suggesties:
- Inklappen dmv van duim en wijsvinger geplaatst op de zwarte
ring aan weerzijden van de sport van de ladder.
- Voet plaatsen op onderste sport van de ladder bij inklappen en
uitklappen.
[_] Activiteit: Zware Voorwerpen tillen cq verzetten
ARBO-risico: Verwondingen aan gewrichten, Beknelling
Suggesties:
- Til zware voorwerpen op de voorgeschreven methode
- Kijk vooraf waar het opject geplaatst gaat worden en zorg dat
het daar stevig en veilig komt te staan.
- Kijk of je op je route obstakels tegen kunt komen die je
je evenwicht kunnen doen verliezen.
- Wissel werkzaamheden af zodat je niet te zwaar belast wordt.
- Gebruik voor het op het dak krijgen van een betontegel een draagzak,
die via de ladder opgehesen kan worden.
[_] Activiteit: Schilderen
ARBO-risico: Damp van oplosmiddelen inademen.
Suggesties: Altijd buiten schilderen om elk risico te vermijden.
[_] Activiteit: Werken in de nabijheid van GSM en UMTS antenne's.
ARBO-risico: Teveel straling
Vooral UMTS antenne's zenden nogal wat straling uit. Omdat ze zo hoog
geplaatst zijn, dat normalerwijze niemand daarbij in de buurt komt,
hoeft dit geen probleem te zijn. Bij het werk in de buurt wordt dit
echter anders. Er is sprake van een veiligheidszone van 3,40 meter. Op
kortere afstand passeren mag, zolang dit niet langer duurt dan zestig
seconden.
Zodra iemand zich onwel gaat voelen geldt echter: direct dak verlaten!
7 - ALARMNUMMERS, TELEFOONNUMMERS HULPDIENSTEN
-----------------------------------------------------------
Alarmnummer: 112
Ambulance: 071-5233233
Brandweer: 071-5212121
Politie: 0900-8844
Stichting Wireless Leiden, 24-03-2013
===========================================
===========================================
Zorg er voor dat de volgende materialen beschikbaar zijn voor de constructie en installatie van de node. Afhankelijk van de node en zijn locatie is het mogelijk dat niet elk hieronder genoemd materiaal nodig is.
Nodekast met CF-kaartje (geconfigureerd), usb-lan adapters, minipci-wireless kaartje met pigtail
Elektriciteit
Voedingsadapter 18V, 90W
PoE-injector (indien nodig)
3-verdeeldoos 230V met snoer
Antennes en radiokastjes:
Omni met N-kabel of BulletM2
Directioneel: NanostationM2
Interlinks: NanstationM5
Bevestiging:
Muursteun
Antennemast, eventueel klapmast
Tegelvoet met betontegels
Muurpluggen M6
rubber tegels
Mastje (minimaal 2m)
Beugels
Bakstenen (vastzetten van kabels op het dak, aantal 2,5 per meter)
Pvc-buizen (grijs, slagvast)
Tie-wraps, uv-bestendig
Vulkaniserende tape, aluminium tape (connectoren)
Vaseline (schroeven en moeren)
Tectylspray (metalen bevestigingen)
Klikzadels
Schroeven (bakstenen en kabelbeugeltjes)
Pluggen (bakstenen)
Afdichtkit (gaten in de muur, siliconenkit)
Kabels:
Coax kabel voor antenne (omni), voorzien van N-connectoren
UTP kabel (shielded enUV- en weerbestendig voor buiten)
Connectoren:
RJ45 stekkertjes, shielded
Het volgende gereedschap is nodig voor de opbouw en installatie van de node:
kruiskop schroevendraaiers (twee maten)
platte schroevendraaier (klein voor openmaken kast)
zijkniptangetje (scherp, voor utp)
zijkniptang (stevig voor tie wraps e.d.)
krimptang voor utp RJ-45
kabeltester, met batterijen
platte tang of combinatietang
waterpomptang
spanningzoekertje / multimeter
steeksleutel 10/11 en 13, steek- of ringsleutel voor mastvoet (M10)
klein ijzerzaagje
kleine bahco verstelbare sleutel
rolmaat
labeltang
accu-schroefboormachine, evtl met reserve accu of snellader, verzameling bitjes
speedboor 12 mm, 14 mm
verzameling boortjes
steenboortje 6 mm, muurpluggen 6 mm
zakmes of stanleymes
staalborsteltje
kwastje
zaklantaarn of koplampje
verrekijker
camera
pen en papier
roestwerende verf
vaseline
spuitbus tectyl-16
zelfvulcaniserende tape
aluminium plakband
isolatietape zwart en rood
geplastificeerd binddraad
tiewraps 30 cm
tiewraps klein
tiewraps uv-bestendig
slangenklemmen groot (>70 mm), roestvrij, slangenklemmen klein (50 mm)
wartels voor utp-kastdoorvoer
rj45 stekkers, shielded
18V-aansluitsnoertje met plug
kabelzadels, klemmen
doosje sluitringetjes
schroeven (3,5x20), schroeven (4,0x50)
afsluitdopje antenne N-connector
reserve PoE injector
reserve usb-lan adapter
reserve bullet2
reserve nanostation5
ubiquity poe voeding/injector
twee patchkabels, een lange patchkabel
utp-koppelstuk
korte antennekabel (2-3m) met N-connectoren
antenne N-koppelstuk
# Genesis config yaml style
# vim:ts=2:et:sw=2:ai
#
board : "ALIX2"
comment : "None"
latitude : "52.251099"
location : "Leeuwenhorst, Langelaan 3, 2211 XT, Noordwijkerhout"
longitude : "4.471978"
masterip : "172.17.76.1"
monitoring_group: "noordwijkerhout"
nodename : "Leeuwenhorst"
nodetype : "Hybrid"
portal_sponsor: "Kop en Schotels"
portal_url: "http://www.kopenschotels.com/nl/home.html"
rdnap_x : 92503
rdnap_y : 474067
release : "9.0-RELEASE"
service_accesspoint: True
service_concentrator: False
service_incoming_rdr: False
service_proxy_ileiden: False
service_proxy_normal: False
status : "up"
iface_ue0:
comment : "Accesspoint 1 noordzijde kabel 8"
ip : "172.17.76.1/24"
sdesc : "2aps"
mode : "ap"
type : "eth"
extra_type : "eth2wifibridge"
channel : "6"
ssid : "WiFi-Noordwijkerhout-1"
dhcp : "10-250"
compass : "n"
ns_ip : "172.17.76.2/24"
ns_mac : "00:27:22:e2:52:6d"
bridge_type: "NanoStationM2"
status : "up"
iface_ue1:
comment : "Accesspoint 2 zuidzijde kabel 4"
ip : "172.17.80.1/24"
sdesc : "2aps"
mode : "ap"
type : "eth"
extra_type : "eth2wifibridge"
channel : "11"
ssid : "WiFi-Noordwijkerhout-2"
dhcp : "10-250"
compass : "z"
ns_ip : "172.17.80.2/24"
ns_mac : "00:27:22:e2:52:36"
bridge_type: "NanoStationM2"
status : "up"
iface_vr0:
comment : "Link naar zuid kabel 2"
ip : "172.16.6.137/29"
sdesc : "2zuid"
mode : "ap-wds"
type : "eth"
extra_type : "eth2wifibridge"
channel : "140"
ssid : "il-z.leeuwenhorst.wleiden.net"
dhcp : False
compass : "160"
ns_ip : "172.16.6.138/29"
ns_mac : "dc:9f:db:2e:b7:a8"
bridge_type: "NanoBridgeM5"
status : "up"
iface_vr1:
comment : "Link naar zuidoost kabel 1 via switch"
ip : "172.16.6.193/29"
sdesc : "2zo"
mode : "ap-wds"
type : "eth"
extra_type : "eth2wifibridge"
channel : "44"
ssid : "il-nw.graficall.wleiden.net"
dhcp : False
compass : "120"
ns_ip : "172.16.6.194/29"
ns_mac : "dc:9f:db:2e:b2:c8"
bridge_type: "NanoBridgeM5"
status : "up"
iface_vr1_alias0:
comment : "Link naar noordoost kabel 8 via switch"
ip : "172.16.6.225/29"
sdesc : "2zw"
mode : "ap-wds"
type : "eth"
extra_type : "eth2wifibridge"
channel : "60"
ssid : "il-no.leeuwenhorst.wleiden.net"
dhcp : False
compass : "60"
ns_ip : "172.16.6.226/29"
ns_mac : "dc:9f:db:2e:b3:17"
bridge_type: "NanoBridgeM5"
status : "down"
iface_vr2:
comment : "Link naar noord kabel 3 via switch nu richting zw!"
ip : "172.16.6.185/29"
sdesc : "2zw"
mode : "ap-wds"
type : "eth"
extra_type : "eth2wifibridge"
channel : "108"
ssid : "il-zw.leeuwenhorst.wleiden.net"
dhcp : False
compass : "zw"
ns_ip : "172.16.6.186/29"
ns_mac : "dc:9f:db:2a:28:9a"
bridge_type: "NanoStationM5"
status : "up"
iface_vr2_alias0:
comment : "Link naar noordwest kabel 7 via switch"
ip : "172.16.7.49/29"
sdesc : "2nw"
mode : "ap-wds"
type : "eth"
extra_type : "eth2wifibridge"
channel : "108"
ssid : "il-nw.leeuwenhorst.wleiden.net"
dhcp : False
compass : "nw"
ns_ip : "172.16.7.50/29"
ns_mac : "dc:9f:db:2a:27:dd"
bridge_type: "NanostationM5"
status : "up"
Fig.E.1. Voorbeeld invulscherm 'System' tab.
Fig.E.2. Voorbeeld invulscherm 'Services' tab.
Fig.E.3. Voorbeeld invulscherm 'Advanced' tab.
Fig.E.4. Voorbeeld invulscherm 'Network' tab.
Fig.E.5. Voorbeeld invulscherm 'Wireless' tab.
Fig.E.6. Voorbeeld invulscherm 'airMax' tab.
Fig.E.7. Voorbeeld invulscherm 'Main' tab.
(informatie van RVB BLIKSEMBEVEILIGING, Boekweitstraat 70, 2153 GL Nieuw-Vennep. Telefoon: 0252-621515)
Alles wat meer dan 30 cm boven het dak uit steekt en niet onder de 45 graden 'paraplu' van het bovenste punt van een bliksemafleider of geaarde constructie valt, moet op de bliksembeveiligingsinstallatie worden aangesloten, als die er is.
De draden (staven) moeten een doorsnede hebben van 50 mm2, ofwel een doorsnede van 8 mm hebben. Je kunt dergelijk draad (staaf) op een rol kopen, maar voordat je het voor bliksemafleiders gaat gebruiken moet het "gestrekt" worden, met daarvoor geschikte apparatuur.
Alle hoeken in de draad moeten recht zijn. En de draad moet netjes over "voetjes" geleid worden.
Bij een antennemast hoef je de mast niet op het hoogste punt te verbinden met de bliksemafleider, maar het mag op een willekeurig punt. Als alle hoeken die je maakt maar recht zijn. Dus niet rechtstreeks door de lucht naar een geschikt punt op de mast.
Alle koperdraden (staven) moeten, waar ze met elkaar verbonden worden, goed geschuurd worden(stukje schuurpapier meenemen).
De draad (staaf) moet van recht (gestrekt) koper (Cu) zijn, maar de verbindingsstukken mogen ook van staal zijn.